Offset blijft. Toner ook. Maar inkjet wint.

23 november 2017

Ook over vijf jaar is offsettechnologie nog altijd dominant aanwezig in de grafische industrie. Toch moet ze toestaan dat digitale druktechnieken marktaandeel veroveren in volume en, vooral, waarde. Leveranciers van persen en printers sorteren alvast voor op deze ontwikkeling door zich te (her)positioneren. Grafisch Nieuws bekijkt de stand van zaken: waar staan de spelers en de technologie?

  • De stand van Heidelberg op Drupa: de voordelen van digitaal met de Primefire en conventioneel met de nieuwe generatie vellenoffsetpersen worden op dezelfde bühne gepresenteerd.

  • Een volledige hal digitaal printgeweld van HP Indigo op Drupa. De belangstelling was enorm.

“De toekomst van inkjet ligt in de verdringing van offset. Wij jagen niet op onze concurrenten, wij jagen op offsetvolume.” Kodak liet er begin dit jaar, tijdens de Hunkeler Innovation Days, geen misverstand over bestaan. Niet lang na het evenement in Zwitserland maakte het bedrijf bekend dat het haar Prosper inkjet-activiteiten bij nader inzien toch maar niet wilde afstoten, nadat ze een jaar lang tevergeefs in de etalage hadden gestaan. Het lijkt Kodak overigens niet zozeer te gaan om het installeren van heel veel meer complete Prosper-inkjetpersen (er zijn er nu zo’n 60 in gebruik), maar vooral om het verkopen van inkt en inkjetkoppen – ook via partners die de nieuwste UltraStream-koppen op eigen machines gaan integreren. De opbrengsten uit die activiteiten namen volgens de laatste kwartaalcijfers met 14 procent toe en bezorgden de Enterprise Inkjet Systems-divisie zelfs al een bescheiden winst.

Digitaal drukken

De keuze van Kodak om naast haar tonergebaseerde Nexpressplatform (waarover straks meer) toch ook op inkjet te blijven inzetten heeft ongetwijfeld te maken met de verwachte groeipotentie. Voorspellingen door bijvoorbeeld Smithers Pira laten zien dat digitale druktechnieken de komende jaren marktaandeel op offset zullen blijven veroveren. In hun rapport ‘The Future of Digital vs Offset Printing to 2022’ stellen de marktonderzoekers dat ‘digitaal drukken’ (toner en inkjet) in 2017 goed is voor 2,9 procent van het totale drukwerkvolume wereldwijd. Tegelijkertijd neemt het al 16,2 procent van de totale waarde van dat volume voor haar rekening. Naar verwachting zal over vijf jaar 3,9 procent van het drukwerkvolume van digitale persen rollen, terwijl dat vijf jaar geleden nog 2,1 procent was.

Offset zal in 2022 overigens nog altijd zo’n 70 procent van het drukvolume beheren, denken de onderzoekers: “Maar veel van dit offsetdrukwerk betreft relatief laagwaardig drukwerk, zoals kranten, magazines en gidsen – met dalende oplages. De lucratiefste kansen liggen in drukwerk met veel toegevoegde waarde – en daar spelen digitale persen een belangrijke rol.”

Omslagpunt voor offset

Ondanks de productiviteitsverbeteringen die in de offsetwereld zijn doorgevoerd (kortere inrichttijden, minder inschiet en snellere persen, maar ook het slim verzamelen van meerdere orders op een drukvel) denken de analisten van Smithers Pira dat digitale persen verder zullen oprukken. Het omslagpunt waarbij de inzet van een digitale pers lucratiever is dan een conventionele, blijft opschuiven: steeds hogere oplages komen binnen bereik. Bovendien zijn de markttrends gunstig: klanten willen minder drukwerk op voorraad en dus liever op afroep bestellen, in kleinere aantallen, in meer variatie, en in korte tijd beschikbaar. Met name inkjet is kansrijk, denken de onderzoekers: dankzij enorme investeringen in de ontwikkeling van de techniek gaat de kwaliteit en betrouwbaarheid met sprongen vooruit. Bovendien is de techniek veelzijdig inzetbaar, in vrijwel elk marktsegment en voor een breed scala aan toepassingen: “De grootste groei voor inkjet in de komende vijf jaar zal zich voordoen in de verpakkingssector, met meer dan 20 procent.”

Vloeibare toner in de ijskast

De potentie van inkjet is fabrikanten en leveranciers niet ontgaan. Nadat de digitale revolutie die de tonertechnologie in de grafische industrie zou ontketenen zich langzamer voltrok dan gedacht, lijkt inkjet nu het stokje over te nemen en voor meer beweging te gaan zorgen. De opkomst van inkjet gaat zelfs zo snel dat een alternatieve technologie als vloeibare toner geen kans krijgt: nadat Canon vorig jaar al haar poging staakte om met de Océ InfiniStream zo’n pers te ontwikkelen voor de verpakkingsmarkt, maakte Xeikon vorige maand bekend te stoppen met haar Trillium-project. In 2012 baarde Xeikon nog opzien met de aankondiging zich op vloeibare toner-technologie te willen storten, omdat het daar meer mogelijkheden zag dan in inkjet. Op Drupa 2016 stond er dan daadwerkelijk een prototype van de pers, maar de vervolmaking van de technologie bleek daarna langer te gaan duren dan voorzien. De kans dat de beloofde voordelen van vloeibare toner straks nog zouden opwegen tegen het zich snel ontwikkelende inkjet slonk daardoor snel. Voor de nieuwe Xeikon-topman Benoit Chatelard (afkomstig van Ricoh) genoeg reden om, naast de eigen droge toner-technologie, de aandacht te richten op inkjet.

Hoewel bijvoorbeeld Myakoshi en ook RMGT (kort voor Ryobi Mitsubishi Graphic Technology) nog aan persen met vloeibare toner werken, lijkt een volwaardig bestaan naast inkjet onwaarschijnlijk.

De toekomst van toner

Is er, nu vrijwel alle leveranciers zwaar inzetten op inkjet, nog een toekomst voor toner? Zelfs Xerox, dat haar naam en bestaan aan droge tonertechnologie dankt, bekeerde zich en claimde vorig jaar op Drupa inmiddels het breedste inkjetportfolio van de hele industrie te bieden.

Toch is de rol van toner voorlopig niet uitgespeeld. Er wordt zelfs nog altijd geïnnoveerd. Xerox breidde haar iGen5-platform vorig jaar al uit met een vijfde kleurunit om met de toevoeging van oranje, groen of blauw het kleurbereik te vergroten – en kondigt nu ook de beschikbaarheid van witte toner aan om de mogelijkheden verder uit te breiden. Ricoh zet, met haar Pro C7110, eveneens in op de toegevoegde waarde van een vijfde kleur: behalve witte toner en vernis kan er inmiddels ook met fluorescerend geel en roze worden gedrukt. En Kodak, dat op de Nexpress al veel langer over een vijfde unit beschikt, gaat een stap verder: op het nieuwe Nexpress ‘Max platform’, dat binnenkort aan de eerste praktijktesten gaat beginnen, kan de gebruiker de kleurvolgorde van de stations zelf kiezen. Zo kan bijvoorbeeld wit als eerste kleur worden gedrukt, gevolgd door cyaan, magenta en geel, en dan nog eens vernis.

Voor Canon blijft toner belangrijk, zoals het in september nog eens duidelijk maakte met de aankondiging van de Varioprint 6000 Titan-serie: een verbeterde versie van de bestaande vellenprinters in nota bene het zwartwit segment. Peter Wolff, bij Canon verantwoordelijk voor Commercial Print, verklaart die stap: “Monochroom printen is op dit moment nog altijd goed voor minstens 50 procent van al het printvolume. Zwart-wit zal binnenkort dan wel ingehaald worden door kleur, maar zelfs in een krimpende markt zien wij goede kansen om te blijven groeien. Het printen van boeken neemt bijvoorbeeld toe en dat is een van de markten waar wij al sinds 2000 goed in presteren.”

Ook Xeikon blijft investeren in haar toner-technologie: tijdens Labelexpo nog onthulde het de CX500, een 520 mm brede versie van de smalbaan labelpers CX3.

HP Indigo vaart eigen koers

Moederbedrijf HP mag dan de grafische markt met inkjet bedienen, HP Indigo blijft haar eigen koers varen met haar ‘elektroink’. En met succes: wereldwijd staan in de grafische industrie zo’n 6.000 Indigo-persen geïnstalleerd en nog eens 1.750 bij labelen verpakkingsdrukkerijen (waarmee het in die segmenten veruit marktleider is als het om digitale persen gaat). Van al deze persen beschikken er bijna 600 over een B2-drukformaat (50 x 70 cm) – een velformaat dat geen tonergebaseerde vellenpers aankan. Op de HP Indigo persen kan ook met wit en fluorescerend roze of geel worden gedrukt en binnenkort wordt daar een zilverkleurige inkt aan toegevoegd om ook metallic kleuren mogelijk te maken. En er zit meer aan te komen: fluorescerend groen en oranje worden momenteel getest en er wordt gewerkt aan bijvoorbeeld een warmtegevoelige inkt. Daarmee worden weer nieuwe toepassingen met toegevoegde waarde mogelijk, die voor de meeste inkjetpersen nog buiten bereik liggen.

Van toner naar inkjet

Terwijl toner zich dus weet te handhaven en zelfs te vernieuwen, is het toch inkjet dat de maat slaat. Vrijwel alle leveranciers van tonersystemen zijn inmiddels volop in inkjet gedoken. Xerox maakte daarbij een opvallende inhaalslag door aanvankelijk trouw te blijven aan toner, toen voorzichtig een uitstapje te maken met een ‘solid ink’ inkjetvariant om daarna in 2013 het Franse bedrijf Impika in te lijven en daarmee eigen inkjetpersen te ontwikkelen. Zo beschikte Xerox vorig jaar over een complete lijn, met daarin onder andere de compacte inkjet rotatiepers Trivor 2400 en de Brenva HD, een inkjet vellenpers op B3+ formaat.

Ook Xeikon, sinds 2015 onder de vleugels van Flint Group om daar de basis te vormen voor een technologie-agnostische digitale divisie, is sinds begin dit jaar ‘om’. Twee jaar geleden gaf Xeikon al wel blijk van interesse in het gebruik van inkjet. Tijdens Labelexpo 2015 in Brussel werd ‘Fusion’ gepresenteerd: een concept waarbij een Xeikon 3300-labelpers aan de voorzijde werd voorzien van een inkjetmodule met witte inkt. Deze hybride pers (voorzien van een Ricoh inkjetkop) is sinds Labelexpo 2017 nu officieel op de markt. Maar Xeikon is alweer vele stappen verder richting inkjet opgeschoven. Niet alleen presenteerde het in oktober twee UV-inkjetlabelpersen onder de naam Panther in het eigen portfolio (al worden deze machines door derden gebouwd) – begin september volgde het nieuws dat het als exclusief verkoopkanaal gaat dienen voor de Jetrion inkjetlabelpersen van EFI. Xeikon zegt de Panther- en de Jetrion-persen naast elkaar te willen postioneren. Door de samenwerking met EFI wordt Xeikon op slag de grootste UV-inkjetspeler op de labelmarkt in Noord-Amerika. EFI heeft een geïnstalleerde basis van ongeveer 220 digitale labelpersen, waarvan de helft in de VS. In België staan 2 Jetrion-machines, in Nederland een zestal.

Beloftes waarmaken

Anderhalf jaar na Drupa beginnen daar gedane inkjet-beloftes, meestal met enige vertraging, nu werkelijkheid te worden. De hoogste verwachtingen zijn wel gespannen rond de inkjet-gebaseerde nanografische persen van Landa. Het eerste exemplaar, een S10 enkelzijdig drukkende vellenpers op B1-formaat, werd een aantal maanden geleden geïnstalleerd bij Graphica Bezalel, een verpakkingsdrukkerij in Israel. Bij de feestelijke ingebruikname daar kondigde Yishai Amir, CEO bij Landa, aan dat de Landa-persen in de tweede helft van volgend jaar daadwerkelijk op de markt komen – zo’n vier jaar later dan tijdens de spectaculaire onthulling op Drupa 2012 werd gedacht.

Canon installeerde sinds Drupa al zo’n 100 exemplaren van haar B3-formaat inkjetvellenpers Vari-oPrint i300. Het bouwt ondertussen gestaag door aan haar inkjetportfolio en introduceerde begin dit jaar bijvoorbeeld de rotatieve Océ ProStream 1000 inkjetpers. In de coulissen loopt ondertussen de ‘Voyager’ zich warm: een B2 vellenpers met fotografische inkjetkwaliteit van 2400 x 1200 dpi. Afgelopen september demonstreerde Canon al even hoe het Drupa-protoype zich inmiddels heeft ontwikkeld. Naar verwachting verschijnt de Voyager midden volgend jaar officieel.

Ook Ricoh bouwt voort op haar inkjet-platform: het voegde begin dit jaar de rotatieve Pro VC40000 toe aan de VC60000, en voor volgend jaar lijkt er opnieuw een portfolio-uitbreiding op het programma te staan.

Meer inkjet vellepersen

Heidelberg verraste de industrie door in een korte tijdspanne van twee jaar samen met Fujifilm een inkjetvellenpers op B1-formaat te ontwikkelen. Dit jaar is een begin gemaakt met de eerste bèta-test-installaties van deze Primefirepers bij twee Duitse verpakkingsdrukkerijen, MPS en Colordruck (dat aanvankelijk als testlocatie voor een Landa-pers zou optreden). Van een mogelijke variant op bijvoorbeeld B2-formaat lijkt voorlopig nog geen sprake, al gaf Heidelberg bij de introductie aan dat “als het op B1-formaat lukt, alles mogelijk is”.

Komori en Konica Minolta brengen ondertussen hun gezamenlijk ontwikkelde B2-formaat inkjetvellenpers, respectievelijk Impremia IS29 of AccurioJet KM-1 genaamd, op de markt. In België werd eerder dit jaar het eerste exemplaar door Komori op het Europese vaste land geïnstalleerd. Bij Konica Minolta wordt sinds Drupa ook alvast gewerkt aan ‘het volgende hoofdstuk in inkjet’: de KM-C is een UV-inkjet vellenpers op B1-formaat en moet voor Drupa 2020 klaar zijn.

Mogelijk mogen we overigens al eerder nog een dergelijke pers op de markt verwelkomen: Fujifilm liet begin november, tijdens In-Print 2017 in München, opnieuw een ‘technology preview’ zien van haar Acuity B1.

Ook mogen we volgend jaar het resultaat verwachten van de samenwerking tussen Koenig & Bauer en Xerox. Zij kondigden op Drupa de VariJet106 aan, een hybride offset/inkjetvellenpers. Hoewel de introductie aanvankelijk al voor 2017 op de agenda stond, wordt er kennelijk nog gewerkt aan de verdere perfectionering van dit niet eerder vertoonde concept.

Meer beloftes

En dan is er nog de inkjet-beloftevan Mouvent, een nieuwe samenwerking tussen persenbouwer Bobst en inkjet-specialist Radex. Met in eigen huis ontwikkelde modulaire inkjetkoppenunits, eigen inkten en eigen machineframes zegt Mouvent de industrie op zijn kop te gaan zettenmet een veel gunstiger kostenplaatje. Eind september gaf Mouvent alvast een proeve van bekwaamheid af door met drie labelpersen naar Labelexpo te komen. Het heeft ook de verpakkingsmarkt al in het vizier enover drie jaar mogen we ze ookzeker op Drupa 2020 verwachten. Daar zal offset nog altijd ophet hoofdpodium staan. Maarhet zal die plek moeten delen metinkjet.

Ed Boogaard